Boek III: De steekspelen

De steekspelen

Een steekspel is een competitie tussen twee, of meer, ridders te paard. Elke ridder rijdt omstebeurt tegen een van de andere ridders (tot iedereen tegen iedereen heeft gereden) en zij proberen hierbij elkaar van hun paard te 'steken' met een lans. Het steekspel ontstond in de hoge middeleeuwen en was eigenlijk een elitaire topsport. Je kon alleen mee doen als je een ridder was en deze waren relatief rijk want als ridder moest je personeel hebben, een goed paard, een goed harnas en de tijd hebben om je te bekwamen in dit alles en dus een vast inkomen krijgen uit landerijen e.d. en dus grootgrondbezitter zijn. Het steekspel bleef populair tot ver in de 16e eeuw. Gedurende de paar eeuwen dat het steekspel aanwezig was ontstonden verschillende soorten met verschillende regels en verschillende gradaties van de hoeveelheid risico die er mee gemoeid was (bijvoorbeeld botte versus scherpe lanspunten). Ook de 'hitzones' op het lichaam, en de daar aan verbonden puntentelling, konden variëren. Hoogste punten werden natuurlijk toegekend als je de tegenstander daadwerkelijk uit het zadel lichtte. Aan het eind van het steekspel ging het er dan om wie de meeste punten had vergaard.
De ridders konden tijdens steekspelen aantonen hoe moedig en capabel ze waren. Tegelijkertijd waren steekspelen 'vriendelijke oefenwedstrijden' die de ridders bezig hielden in tijden van vrede. In oorlogstijd zagen zij elkaar ook, echter dan op het slagveld en om dezelfde vaardigheden op elkaar te testen maar dan op leven en dood. Dit laatste is echter slecht een betrekkelijk verschil, aangezien er regelmatig dodelijke slachtoffers vielen.
Tegenwoordig wordt het steekspel weer beoefend door mensen die zich kleden en bepantseren net zoals de ridders van weleer en zich ook de benodigde vaardigheden weer eigen hebben gemaakt om dit te kunnen doen. Deze sporttak is herboren. Wie weet op de Olympische Spelen ooit?...


(vervolg komt waarschijnlijk nog)